Tour de France

Etappe zeven van de Tour de France voerde het peloton door het prachtige Bretagne, het land van Asterix en Obelix, maar ook van de legendarische Bernard Hinault – de enige renner die elke Grote Ronde meerdere keren wist te winnen – wiens geboorteplaats Yffiniac onderweg werd aangedaan door de renners.

Op het menu stond een dubbele beklimming van de Mûr-de-Bretagne (2 km aan 6,9%), die voor het eerst in de geschiedenis fungeerde als aankomst. Daar zorgde een moordend tempo, opgelegd door enkele klassementsploegen, ervoor dat het peloton snel werd gereduceerd tot zo’n 20 renners. Die hielden het hoge tempo ook vast in de afdaling. Dankzij het uitstekende werk van zijn ploegmaats bij Soudal Quick-Step was Remco goed gepositioneerd aan de voet van de laatste klim, nadat hij een valpartij had weten te ontwijken die zich voordeed in het tweede deel van het peloton, net voor de eerste steile stroken van de Mûr-de-Bretagne.

Op anderhalve kilometer van de streep schoof de drager van de witte trui naar de kop van de groep om het tempo te controleren, en hij had nog genoeg over om te sprinten voor een mooi resultaat: hij eindigde als zesde in een etappe die werd gewonnen door Tadej Pogacar (UAE Team Emirates). Voor zijn inspanning werd Evenepoel beloond met een terugkeer naar de tweede plaats in het algemeen klassement van de Tour de France, aan de vooravond van een weekend dat op papier voor de sprinters lijkt weggelegd.

Photo credit: ©Dario Belingheri / Getty Images