De Franse klimmer finishte als negende in de laatste bergetappe van de Tour.
De organisatie was genoodzaakt het parcours van de etappe op vrijdag aan te passen en de eerste klim van de dag te schrappen, maar ondanks de inkorting tot slechts 93 kilometer bleef het een zware rit. Al vroeg in de wedstrijd barstte het geweld los. Een van de eersten die zijn kans waagde was Valentin Paret-Peintre van Soudal Quick-Step. Op de steile flanken van de Col du Pré moest de Fransman diep gaan om een kloof te slaan met de groep van de gele trui, maar dankzij zijn enorme veerkracht slaagde hij erin om zich bij de koplopers te voegen, waardoor er drie renners aan de leiding kwamen.
Op weg naar de Cormet de Roselend hield het trio knap stand, ondanks de druk van de achtervolgers. Op die klim plaatste de winnaar van Mont Ventoux een aanval en slaagde erin een klein gaatje te slaan, maar werd voor de top weer bijgehaald. In de afdaling probeerde de 24-jarige Fransman opnieuw weg te rijden, maar ook deze keer wist de achtervolgende groep hem weer bij te halen. In het dal werd Paret-Peintre ingelopen door het peloton, maar hij wist daarin stand te houden en begon aan de slotklim naar La Plagne – die na 23 jaar terugkeerde in de Tour – met de favorietengroep.
Hoewel hij op zo’n tien kilometer van de finish de aansluiting met die groep verloor, gaf Valentin niet op. Hij zette een indrukwekkende slotklim neer en werd uiteindelijk negende achter ritwinnaar Thymen Arensman (Ineos Grenadiers). Het was zijn zevende top tien-notering van het seizoen en tevens het beste resultaat van de dag voor de Franse renners in deze laatste Alpenrit.
“Het was van begin tot eind enorm zwaar vandaag. Slechts 95 kilometer lang, maar alles op de kant. Mijn benen voelden beter dan gisteren, dus ik ging in de aanval en probeerde iets moois te laten zien. Uiteindelijk werd het een negende plaats en ben ik tevreden met dit resultaat, zeker gezien hoe zwaar het was”, zei Valentin aan de finish.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images