Andrea
Raccagni
De 21-jarige neoprof blikt terug op zijn eerste seizoen in het Soudal Quick-Step-shirt en deelt zijn ambities voor de toekomst.
Andrea Raccagni sloot enkele weken geleden in China een sterk debuutseizoen af. De Italiaan, die prof werd na twee jaar bij onze Devo-ploeg, reed tussen januari en oktober op drie verschillende continenten en behaalde in totaal negen top-10 plaatsen, waaronder enkele op WorldTour-niveau. Gemotiveerd door deze resultaten kijkt Andrea al vooruit naar 2026, een jaar waarin hij nieuwe wedstrijden wil ontdekken en wil strijden om een overwinning.
“Mijn seizoen kan ik opdelen in twee delen: vóór en na de nationale kampioenschappen. In de eerste maanden van het jaar haalde ik een paar top-10 resultaten, maar ik had niet het beste gevoel. Na de kampioenschappen en een hoogtestage voelde ik me echter beter en sterker, ook in echt zware koersen. Het was mooi om mijn seizoen te beginnen met een top-10 notering in de slotetappe van de Tour Down Under, voordat ik terugkeerde naar Europa. Daar reed ik over de kasseien en maakte ik mijn debuut in Parijs-Roubaix. Het was een zware dag, maar ondanks dat heb ik er veel van geleerd. Ik herinner me de sfeer die de fans creëerden – het was echt waanzinnig – en ik hoop daar ooit nog eens aan de start te staan.

In de zomer volgde een vierde plaats in Polen, het eerste resultaat waarbij ik echt tevreden was over mijn prestatie, vooral omdat het parcours zwaar was met bijna 3000 hoogtemeters. Die dag kreeg ik het antwoord waar ik naar op zoek was: de bevestiging dat ik op de goede weg was. In Duitsland en Slowakije begon ik meerdere top-10 plaatsen te verzamelen. In Slowakije was het ongelooflijk om voor het eerst in de top tien van het algemeen klassement te eindigen – slechts twee seconden verwijderd van de witte trui. Dat was voor mij een van de hoogtepunten van het seizoen.
Ik zou zeggen dat dit jaar voor mij een overgangsjaar was, waarin het vooral draaide om leren en groeien met de steun van een geweldig team bij Soudal Quick-Step.
Volgend jaar zie ik als een vergelijkbaar seizoen. Ik wil beter worden in het klimmen, want daar voel ik me goed. Ik wist al dat ik in de sprints mooie dingen kon laten zien, maar ik was blij om te ontdekken wat ik kan wanneer de weg omhoog gaat. Volgend seizoen wil ik ook graag een overwinning behalen en nieuwe koersen leren kennen, zoals die in de Ardennen. Daarnaast hoop ik aan de start te staan van Milaan-Sanremo en de Giro – twee wedstrijden waarvan elke Italiaan droomt. Het zou me ontzettend blij maken om daar te mogen rijden.”
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images