Een ploegentijdrit, een individuele tijdrit, vijf aankomsten bergop en zeven kansen voor sprinters staan op het menu van de 113e editie.
Volgend jaar start de Tour de France in Barcelona. Het wordt de zesde keer in het afgelopen decennium dat het Grand Départ in het buitenland plaatsvindt. Na de openingsetappe volgt een ploegentijdrit die finisht boven op de Montjuïc. Vervolgens blijft het peloton nog twee dagen in Spanje voordat het eindelijk Frankrijk binnenrijdt, waar de sprinters pas in de vijfde etappe hun eerste kans krijgen.
Voor de sprinters en aanvallers bieden de tien daaropvolgende dagen volop mogelijkheden om te schitteren, voordat de 3333 kilometer lange ronde het terrein opent voor de klassementsrenners. De Plateau de Solaison – beklommen vanaf de zwaarste zijde, waar de stijgingspercentages in de dubbele cijfers lopen – en Orcières-Merlette zullen ongetwijfeld voor verschuivingen zorgen in het algemeen klassement.
In de derde week van de wedstrijd wachten niet één, maar twee aankomsten op de Alpe d’Huez, die na vier jaar terugkeert in het parcours. De mythische klim, die voor het eerst werd gebruikt in 1952 toen Fausto Coppi er een indrukwekkende solozege behaalde, staat op opeenvolgende dagen op het programma voordat het peloton naar Parijs trekt voor de slotetappe. Daar zal de Montmartre-klim opnieuw voor spektakel zorgen, zeker omdat deze drie keer in het parcours voorkomt – onder meer op 15 kilometer van de finish – voor de afsluitende aankomst op de beroemde Champs-Élysées.
De man die afgelopen zomer de legendarische hellingen van de Mont Ventoux bedwong, Valentin Paret-Peintre, vertegenwoordigde Soudal Quick-Step in Parijs tijdens de routepresentatie en deelde zijn indrukken: “Het is een zware editie, maar dat verrast me niet – het is tenslotte de Tour de France. Ik kijk uit naar de Plateau de Solaison, een steile klim niet ver van mijn geboorteplaats. Het is mooi om te zien dat zowel de Galibier als de Alpe d’Huez volgend jaar in het parcours zitten. Er zullen genoeg kansen zijn voor de klimmers en ik weet zeker dat de fans zullen genieten van de show.”
Photo credit: ©Billy Ceusters / Getty Images