The Wolfpack probeerde de zwaarste etappe van de koers te kleuren.
De koninginnenrit van de Tour de Luxembourg kende een stevig menu: vijf gecategoriseerde beklimmingen en meer dan 3100 hoogtemeters. Het toetje was de kasseienklim naar het middeleeuwse kasteel van Vianden, gebouwd op een rotsachtige uitloper tussen de 11e en 14e eeuw.
Ons team bleef trouw aan zijn natuur en ging in de aanval tijdens de lokale ronden op zo’n 50 kilometer van de streep, toen Pepijn Reinderink en Devo Team-renner Jasper Schoofs deel uitmaakten van een sterke groep. Schoofs werkte daar hard voor zijn ploegmaat, die de dag was gestart als negende in het algemeen klassement. De achtervolgende groep – die probeerde de oorspronkelijke kopgroep bij te halen – was sterk en talrijk met zo’n vijftien renners, maar door een gebrek aan samenwerking werden ze ingerekend ondanks dat ze op een bepaald moment een veelbelovende voorsprong van een minuut hadden op het peloton.
Op de voorlaatste klim toonden de klassementsrenners hun bedoelingen en lanceerden ze een reeks felle versnellingen die het peloton uiteenrukten. Tien renners sprongen weg en na een spannende ontknoping op de eindeloze slotklim – waar hellingsgraden tot 15% opdoken – greep Mattias Skjelmose (Lidl-Trek) de overwinning uit dat groepje. Opnieuw was Reinderink de eerste Soudal Quick-Step renner aan de finish en hij start zaterdag als laatste man van het team in de individuele tijdrit.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images