In het tweede deel van dit exclusieve interview kijken Mauri en Wim terug op de resultaten bij de beloften, de doelen van Mauri en zijn eerste indrukken bij Deceuninck - Quick-Step.

Het valt op dat jullie twee andere types renners zijn.

Mauri: "Dat is zo stilletjes gegroeid. Bij de junioren had ik nog niet het gevoel dat ik een echte klimmer was. In de lastige kermiskoersen kon ik wel mijn uitslagen rijden, maar voor de rest viel dat wel mee. Het grote omslagpunt was de klimkoers van Herbeumont, als eerstejaars junior in 2016. Daar heb ik de klik gemaakt, ’het zal misschien wel iets voor mij zijn’. Het was de eerste keer dat ik echt in de Ardennen ging rijden en daar besefte ik dat het misschien wel iets voor mij zou zijn. Ik ben daarna meer de lastigere koersen gaan opzoeken.”

Enige probleem: er zijn geen bergen in België
Mauri: “Er moeten niet altijd bergen zijn om te kunnen afzien. Wel om bergop te rijden, maar je kan perfect trainen op het vlakke.”
Wim: “Maar je moet hem niet in de Schaal Sels laten starten. Dat loopt dan op niks uit.”

Dus ga je je verder specialiseren als klimmer?
Mauri: “Een klassiek renner zal ik nooit worden, daar ben ik te licht voor.”
Wim: “60 kilo op die kasseien… Daar moet je toch ietsje robuuster voor zijn.”
Mauri: “Zeker in het voorjaar, met die weersomstandigheden. Langere klimmen zouden me beter moeten liggen.”
Wim: “Dat gaan we ervaren. Er zijn er velen die kunnen klimmen bij de profs. Pas op, wat hij vorig jaar gedaan heeft in de Giro della Valle d’Aosta had ik ook niet zien aankomen. En de week ervoor had hij ook een ronde gewonnen in de Pyreneeën, over de Soulor en de Aubisque. Hij won daar met een minuut of zeven voorsprong.”
Mauri: “Die koersen liegen niet he”

Was het een verrassing dat hij zo goed kon klimmen?
Wim: “Ik wist dat hij niet slecht was bergop, maar zulke wedstrijden winnen is nog iets anders. Er is er maar één die wint! Het werd ook moeilijker en moeilijker omdat ze hem stilaan begonnen te kennen. Ze wisten naar wie ze moesten kijken.”

Je deed het zo goed. Heb je je ambities moeten bijschaven in dat beloftejaar 2019?
Mauri: “Je groeit daar in. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Dat begon al in Orlen in Polen en in de Vredeskoers: lang meegaan, volgen, eens derde eindigen…. Dan besef je dat je goed bezig bent en is het zaak altijd een stapje verder te gaan en zelfvertrouwen te krijgen.”
Wim: “En op een bepaald niveau kom je altijd dezelfde renners tegen, altijd de besten. Als ze met vijf overbleven in de finale wist je eigenlijk al welke vijf.”

Als je kijkt naar de top vijftien van de Ronde van de Toekomst 2019, die zijn nu zo goed als allemaal prof in de WorldTour. Hoe komt dat?Wim: “Dat verraste mij ook eerlijk gezegd. Het was wel een goede lichting, maar het is ook de klik van de ploegen. Dat begon eigenlijk bij Remco, die als junior prof werd. Vroeger gebeurde het al eens met een Cancellara of VDB, maar eigenlijk zeer zelden. Bij Remco zagen de ploegen dat het kon, als junior overgaan naar de WorldTour.”
Mauri: “En dan ook direct prijs rijden!”

Mauri, was het voor jou de beste keuze om nu prof te worden? Je kon nog tot het einde van het jaar bij de beloften blijven.
Mauri: “Ja, dat klopt. Maar als je vandaag de dag zo'n kans krijgt, mag je die niet laten liggen. Als je ziet in welke situatie we nu zitten… Het had nu veel moeilijker geweest om profrenner te worden in vergelijking met vorig jaar. Je mag niet twijfelen als je de kans krijgt.”
Wim: “Ik zag er het nut ook niet van in om nog een jaar bij de beloften te blijven. Als je koersen als de Valle d’Aosta kan winnen, waarom dan nog belofte blijven? Om hem nog eens te winnen? Stel dat hij dat deed dan zouden ze zeggen ‘niet moeilijk, hij heeft hem vorig jaar ook gewonnen.’ Het moment was daar.”
Mauri: “Ik wilde dit jaar gewoon mijn school afmaken en dan prof worden. Alles op de koers nu!”

Hoe zie je de nabije toekomst?
Mauri: “Ik moet me eerst nog aanpassen aan het niveau en de manier van koersen. Ik ga vooral veel moeten bijleren, sterker worden en kijken. Vooral veel kijken en luisteren. Dan zal het wel loslopen.”

Hoe was het gevoel na die eerste stage in Kaster?
Mauri: “Ik mag zeker niet klagen. Ik voel me goed in de ploeg. En ik had ook niet echt problemen met het niveau van de trainingen. Wedstrijden zijn natuurlijk een ander gegeven, maar ik heb het gevoel dat het wel zal lukken en dat ik me snel zal aanpassen.”
Wim: “Maar ze gaan nu wel de gaskraan open draaien in de wedstrijden. Twee uur rijden aan een gemiddelde van 50 km/h. Ze zijn allemaal fris. Er zijn er veel die einde contract zijn, die willen zich bewijzen.”

Voel je druk? Veel jonge renners doen het erg goed.
Mauri: “Niet echt druk, maar ik wil me sowieso bewijzen. Ieder jaar moet je je opnieuw bewijzen, bij de beloften én bij de profs. Je moet dan toch weer van nul beginnen.”
Wim: “Het niveau van de beste beloften ter wereld leunt dicht aan bij dat van de profs. Ze doen er ook veel voor. Die jongens leven al als een prof. Ik heb dat nooit gekend vroeger. Sommige beloften hebben al een diëtist.”

Hoe evolueert Mauri’s wielercarrière de komende jaren idealiter?
Wim: ““Ik heb het er al met Patrick Lefevere over gehad. Ik zie Mauri een goede renner worden. Hij zal wel zijn koersen winnen in de bergen, maar ik zie geen winnaar in hem, eerder een knecht voor bijvoorbeeld Remco. Ik kan verkeerd zijn, dat hij beter is. Maar ik ben zelf altijd knecht geweest. Ik zie hem ook wel voor die rol in de Tour, het tempo aangeven in de lastige ritten.”
Mauri: “Ik heb zeker geen probleem om die rol te vervullen. Maar de eerste jaren zal dat toch nog niet zo het geval zijn. Het zal dan vooral volgen zijn. Zulke dingen wijzen zichzelf uit. Iedereen komt op z’n plaats terecht.”

Er zijn heel wat jonge renners bij de ploeg gehaald. Was die langetermijnvisie een bepalende factor in Mauri’s keuze?
Wim: “Ik heb hem altijd gezegd dat hij naar een ploeg moest gaan waar hij met plezier z’n koffers maakt. De rest interesseert me niet zo. Ik ken de koerswereld goed genoeg en veel ex-renners die er nog in werkzaam zijn."
Mauri: “En dat is zeker geen probleem! De sfeer moet inderdaad goed zijn.”
Wim: “Je moet plezier kunnen maken in je ploeg. De rest komt dan vanzelf. Dat is 30 Watt die je er bij krijgt.”
Mauri: “Het is ook een voordeel dat er veel Belgen bij Deceuninck - Quick-Step zijn. Je wordt direct meegetrokken in de groep, je kan communiceren met iedereen. Dat is plezierig, de aanpassing is niet zo groot. Het is echt een droom. Ik pak met plezier m’n koffers voor de eerstvolgende wedstrijd met de Wolfpack!”

Photo credit: ©Wout Beel

Onze wolven

Gerelateerde items

De Vansevenants: deel 1

De Vansevenants: deel 1

16/07/2020 - Riders
Link