The Wolfpack ontmoette elkaar in de Vlaamse Ardennen voor het tweede deel van het jaar.

Julian Alaphilippe, Kasper Asgreen, Davide Ballerini, Sam Bennett, Tim Declercq, Dries Devenyns, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Bob Jungels, Iljo Keisse, Yves Lampaert, Michael Mørkøv, Florian Sénéchal, Pieter Serry, Stijn Steels, Jannik Steimle, Zdenek Stybar en Bert Van Lerberghe kwamen samen met enkele stafleden bij elkaar in België in voorbereiding op de klassiekers. Iedereen werd voorafgaand aan het trainingskamp getest op COVID-19, een onderdeel van het strikte interne protocol bij Deceuninck – Quick-Step.

“Het is een tijdje geleden dat we samen waren. Het wordt een beetje raar, maar het is tijd om opnieuw te starten. Elke renner heeft zijn individuele programma gevolgd. Sommige buiten, anderen op de Tacx. Nu is het echter tijd om weer samen te werken en het teamgevoel opnieuw te smeden. Het is fijn om de jongens weer bij elkaar te hebben en elkaar weer te zien. Het is goed voor de moraal om weer in de groep te zijn. Het is voor ons ook een kans om de kasseiklassiekers te verkennen, het is wel een beetje raar om dat in de zomer te doen”, aldus sportdirecteur Tom Steels.

De laatste klassieker voordat het seizoen tot een halt kwam was Kuurne-Brussel-Kuurne. Kasper Asgreen soleerde daar naar de zege. De 25-jarige Deen was maandag de eerste die aankwam in België en verspilde geen tijd. “De afgelopen maanden waren wel een beetje saai, dus ik keek erg uit naar dit trainingskamp en wilde graag iedereen weer zien. Zodra ik hier aankwam ben ik direct op de fiets geklommen en ben de Oude Kwaremont opgereden. Het was erg leuk om daar te zijn en de herinneringen aan Kuurne op te halen.”

“Na een lange pauze als deze voelt het net alsof we aan een nieuw seizoen gaan beginnen. Het is fijn om weer bij de jongens te zijn en naar augustus toe te werken. Ik houd echter niet zo van de regen die we hier hebben, daar heb ik al genoeg van gehad in Denemarken. De kalender is erg vol nu, dus je moet goed timen wanneer de vorm goed is en niet slechts voor een paar koersen”, aldus Asgreen.

Dinsdag verkende een groot deel van Deceuninck – Quick-Step de wegen van Gent-Wevelgem. Verdeeld over twee groepen trokken de renners over de plugstreets en de iconische Kemmelberg. Ook kwamen er nog enkele onbekende wegen voorbij. “Het parcours is wel erg veranderd en het is fijn om deze wegen alvast eens te rijden. Dat helpt ons zeker in oktober. Het voelt wel een beetje raar om deze route te rijden in juni, maar ik moet zeggen dat ik er wel van genoten heb. Vooral om de ploegmaats weer te zien, die ik heel erg gemist heb”, aldus Yves Lampaert.

“Wat Yves al aangaf, het is belangrijk dat we deze wegen vast kennen. Dat kan op de dag van de koers een groot verschil maken. Het was wel wat lastig, maar ook erg fijn. We konden er op onze Specialized fietsen op uit trekken om ons te testen en wat tijd samen door te brengen. Gent-Wevelgem is een mooie koers en ik ben blij dat ik deze test kon doen”, sprak Iers kampioen Sam Bennett.

Photo credit: © Wout Beel

Onze wolven

Gerelateerde items

Deceuninck – Quick-Step houdt trainingskamp in Vlaamse Ardennen

Deceuninck – Quick-Step houdt trainingskamp in Vlaamse Ardennen

02/06/2020
Link