Elia Viviani eindigde in de top-10 van de openingsrit.
In de afgelopen decennia bracht de Tour de France enkele malen een bezoek aan Brussel, maar zaterdag was het voor het eerst in 61 jaar dat het Grand Depart plaatsvond in de Belgische hoofdstad. Duizenden fans moedigden de renners aan, maar ook Eddy Merckx – die 50 jaar geleden zijn eerste van vijf gele truien won - werd toegejuicht.
Deceuninck – Quick-Step meldde zich al snel aan kop van het peloton toen een kwartet renners wegsprong. Het gat werd door toedoen van Tourdebutant Kasper Asgreen en Dries Devenyns niet groter dan drie minuten. Onderweg passeerden de renners de Muur-Kapelmuur en de Bosberg. Ook waren er enkele kasseistroken, op een van de langere stroken reed Elia Viviani lek. Na een achtervolging van 10 kilometer kwam de Italiaan opnieuw bij het peloton aansluiten.
De nervositeit nam toe in de finale en dat deed zich blijken in de laatste 20 kilometer met twee valpartijen. Door de laatste valpartij bleef er slechts een kleine groep over die sprintte voor de zege. In die selecte groep werkten Julian Alaphilippe, Yves Lampaert, Michael Mørkøv en Max Richeze hard om Viviani in stelling te brengen. Door de chaos raakte de Italiaan ingesloten en kon hij zijn sprint niet rijden zoals gewenst. De Nederlander Mike Teunissen (Jumbo-Visma) sloeg toe en pakte naast de ritwinst de eerste gele trui.
“Ik zat in Max zijn wiel op twee kilometer van de streep. Door een chicane kwamen er wat renners tussen ons en verloor ik wat positie. Ik moest daar al goed doortrekken om mijn positie opnieuw in te nemen. Die inspanning betaalde ik aan het einde. Ook had ik nog beter kunnen doen mocht ik Ewan niet geraakt hebben. Ik verloor door de touché enkele plekken. Ik ben natuurlijk teleurgesteld, want de jongens waren geweldig. Ik kon het helaas niet afmaken, maar we blijven het proberen de komende dagen”, legde Viviani na de aankomst uit.
Photo credit: ©Tim De Waele/ Getty Images
